Voor nieuwkomers die in Vlaanderen of Brussel Nederlands willen (of moeten) leren, zijn er veel mogelijkheden. Je kunt in de les gaan zitten natuurlijk. Of aan een conversatietafel. Of op een taalcarrousel. Een wat?

Zeg niet conversatietafel tegen taalcarrousel. Op een taalcarrousel oefenen mensen om de twee weken elkaars taal. De Nederlandstaligen oefenen hun Roemeens, Pools, Russisch of Portugees, en de deelnemers uit die landen oefenen hun Nederlands. Ondertussen verdiepen ze hun kennis van elkaars culturen en versterken ze hun sociaal netwerk.

Florinela Petcu, bij initiatiefnemer Vormingplus Antwerpen de drijvende kracht achter de taalcarrousels: ‘De sterkte en het innovatieve aspect van dit project bestaat uit het feit dat de deelnemers ‘gelijken’ zijn. De Nederlandstaligen zijn niet langer de ‘leraars’ en de anderstaligen ‘de leerlingen’. Bovendien durven de anderstaligen zich makkelijker in het Nederlands uitdrukken als ze merken dat de Nederlandstaligen ook fouten maken als ze de vreemde taal spreken.’

De Taalcarrousels begonnen in 2014 goed te draaien. De Russische Taalcarrousel brengt intussen iedere keer tussen 30 en 60 deelnemers samen. Naar de Poolse en Roemeense Taalcarrousel komen tussen 10 en 20 deelnemers. De Portugese Taalcarrousel lokt tussen 20 en 30 deelnemers per bijeenkomst.

Elke bijeenkomst wordt begeleid door twee vrijwilligers die beide talen beheersen. Met gerichte thema’s en stellingen kunnen zij inhoudelijk voeding geven aan de gesprekken.

Een aantrekkelijk aspect van de Taalcarrousels is dat ze relatief gemakkelijk te dupliceren zijn.

De Taalcarrousels waren in 2015 genomineerd voor een LIA in de categorie ‘Beste taaldienst 2014’.

 

Maak kennis met de Taalcarrousels

 

 

(foto Dariusz Dembinski)